Prinsengracht 159-171
Gesticht in 1765 [1677]
Was bestemd voor: Doopsgezinde vrouwen boven de vijftig jaar.
Huidige bestemming: Doopsgezinde studenten
Bijzonderheden: gevelsteen De Arke Noach boven de deur op de binnenplaats.
Beschrijving hofje:
Dit hofje ligt verscholen achter de huizen van de Prinsengracht en Prinsenstraat. Het is bereikbaar via een lange gang die van 1723-1728 de Sonnegang werd genoemd en later de Noachsgang. Op de plaats van het hofje stond toen de Doopgezinde kerk “de Kleine Zon” van de Vereenigde Waterlandsche en Vlaamsche Gemeente, die nog een kerk “de Zon” hadden op het Singel. Na verkoop aan de Friese Gemeente werd de kerk “de Arke Noach” genoemd. Destijds mochten Doopsgezinden geen front aan de openbare weg hebben. Toen “de Zon” zich met de Friese verenigde werd “de Arcke Noach” overbodig en besloot men in 1755 op de plaats van de kerk een hofje te bouwen. Dit ter vervanging van een hofje in de Tuinstraat, voor oude vrouwen, -mannen en wezen, dat in 1672 “de Zon” werd toebedeeld. Omdat het tot 1764 duurde eer een vergunning tot bouwen werd verkregen, kon het hofje pas in 1765 in gebruik worden genomen. Het hofje bestond toen uit zes huisjes en twaalf kamers, 26 vertrekken voor 2 personen, met eetkamer, keuken en moederwoning. Verder had het hofje beneden en boven de vereiste gemakken en overvloed van regen- en popwater. De zolder en vliering dienden aan een zijde om kleren te drogen en aan de andere zijde tot berging van turf, een redelijke luxe voor die tijd.
Het hofje is in 1800 vergroot en in 1882 ten tweede malen. Ten tijde van Alings (1965) bood het plaats aan 32 vrouwen. De directrice heeft haar huis op de Prinsengracht 173, met een achteruitgang op het hofje. Daar woont nu de beheerder en de bewoners van het hofje zijn studenten. Om voor bewoning in aanmerking te komen moeten de studenten lid zijn van de Doopsgezinde Gemeente en tussen de 18 en 22 jaar. Ze mogen er drie jaar blijven met een verlenging van twee jaar tot een maximum leeftijd van 27 jaar. Er is een grote woonkamer waar 4 maal per jaar vergaderd wordt en gezamenlijke activiteiten plaatsvinden. Bij een intakegesprek, zo vertelde een van de bewoners, wordt er altijd op gewezen dat het sociale aspect bij het wonen op dit hofje voorop staat.