Catharinahofje

Overtoom 224

Gesticht in 1889 gebouw van 1906
Was bestemd voor: Vrouwen.
Huidige bestemming: Studerende vrouwen.

Bijzonderheden: tegeltableau in de poort met de tekst Soli Deo Gloria anno 1906.

Al tijdens hun leven hebben Gerrit Fikkert Jansz. en zijn zuster Alida Catharina Margaretha Fikkert dit hofje gesticht. Oorspronkelijk bestond het uit vier huisjes, gelegen achter de woonhuizen van de Egelantiersgracht. De toegang was een smalle gang, te bereiken onder de trap van de nummers 201/203 en 213/215 ook wel de Vierhuizengang genoemd. Deze naam was ontleend aan de vier identieke huizen aan de gracht. In 1906 verrees aan de toen net gedempte Overtoom het huidige Catharinahofje en kreeg een van de voornamen van de stichteres. Alida Fikkert die de erfgenaam van haar broer was, heeft de opening nog meegemaakt, een jaar later is ook zij overleden. Daarna is het hofje overgegaan in de nog steeds bestaande Stichting Het Catrarinahofje. Het bood vrij wonen aan elf vrouwen, aan wie tevens een uitkering werd verstrekt. Boven de poortingang bevond zich de regentenkamer, waar in vroeger jaren de regentes woonde, en van daaruit een goed zicht had op de bewoonsters. Bij de verbouwing in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, is de regentenkamer omgebouwd tot extra woonruimte. De huisjes bevinden zich links achter het poortgebouw en daar tegenover is de tuin. Rechts van het poortgebouw is een huisje voor een beheerdersechtpaar. Een bijzonderheid zijn de beerputten die nog steeds bestaan en eens per jaar moeten worden geleegd. In de gang naar de vroegere regentenkamer hangen daarvan nog de ingelijste tekeningen. Het hofje biedt nu plaats aan tien studerende vrouwen, die gewoon huur betalen, en een beheerster die er met haar gezin woont.

Van Brants Rus Hofje

Nieuwe Keizersgracht 28-44

Gesticht in 1733
Was bestemd voor: 48 Lutherse vrouwen boven de 50 jaar.
Huidige bestemming: Studenten

De Amsterdamse koopman Cristoffel van Brants was van eenvoudige afkomst, maar heeft door zijn handel met Rusland rijkdom en aanzien verworven. Hij stond op goede voet met Csaar Peter de Grote, die eens bij hem in zijn huis op de Keizersgracht 317  heeft gelogeerd. Later werd Van Brants in de Russische adelstand verheven en vereerd met een adellijk wapen. Kort daarop in 1717 volgde zijn benoeming tot Resident van zijne Csaarse Majesteit in Amsterdam. Een deel van zijn vermogen bestemde hij voor een hofje, waarvoor hij een half jaar voor zijn dood, zelf de eerste steen heeft gelegd. Toen de stichting het jaar daarop in 1733 voltooid was, werd het overgedragen aan de Lutherse Kerk. Het hofje bestond uit 21 vertrekken voor twee dames en 6 vertrekken voor één dame. Daarnaast werd er een binnenvader en binnenmoeder aangesteld, dat een echtpaar moest zijn, die kwamen te wonen in het voorhuis. Naast vrije woning kregen de dames ook nog het nodige aan etenswaren en twee keer per jaar een bedrag in geld, voor kleding en andere levensbehoeften. Een ruime binnenplaats geeft toegang tot het woningen gelegen in de zijvleugels, daaronder bevindt zich een kelder. Het achterhuis geeft toegang tot een ruime tuin, in de jaren tachtig van de vorige eeuw aangelegd door Mien Ruys, met een tuinhuis. In het achterhuis bevindt zich de regentenkamer, die bij de restauratie in 1970 weer geheel in oorspronkelijke staat is gebracht. Bij diezelfde restauratie zijn ook de woningen verbouwd tot 15 éénkamerwoningen in de vleugels en nog 6 tweekamerwoningen. Een van de woningen is daarbij teruggebracht in de stijl van de tijd dat het hofje gebouwd werd, inclusief de twee bedsteden boven elkaar. In de tijd van Alings (1965) waren deze bedsteden al uitgebroken en woonden er nog 28 vrouwen. In de jaren ‘70 van de vorige eeuw ontstond leegstand en werd het hofje gedurende een jaar of tien opengesteld voor verpleegsters van het lutherse verpleeghuis Wittenberg. Toen er onder de verpleegsters steeds minder animo was om in een zusterhuis te wonen werd in 1984 een begin gemaakt aan het huisvesten van (aanvankelijk alleen vrouwelijke) studenten. Een wijziging in de statuten maakte het in 1986 ook mogelijk voor mannelijke studenten om hier te wonen. Bij het 275 jarig bestaan van het hofje in 2008, dat feestelijk gevierd werd met o.a. een open dag, kon worden geconstateerd dat dit nog steeds tot volle tevredenheid van het bestuur zowel als de studenten zo is. Er is nu zelfs een wachtlijst.

Karthuizerhof

Karthuizersstraat 87-171

Gesticht en gebouwd in 1650
Was bestemd voor: Weduwen (met kinderen) en ongehuwde vrouwen
Huidige bestemming: Normale huurwoningen
Bijzonderheden: architect stadsbouwmeester Daniël Stalpaert

Beschrijving hofje:

Op 28 februari 1650 werd op het terrein van het voormalige Karthuizerklooster de eerste steen gelegd van het Huys-zitten-Weduwen-hofe, later Karthuizerhof genoemd. In dit geval geen kerkelijk- of particulier initiatief maar dat van de Huiszitten Meesters van de stad Amsterdam. Het ontwerp werd gemaakt door stadsbouwmeester Daniël Stalpaert: vier bakstenen vleugels om een ruim binnenplein, voorzien van twee pompen. En zo staat het er nog steeds. De driehoekige frontons op de binnenplaats bevatten het wapen van Amsterdam (drie Andreaskruizen) en het oude zegel, het Amsterdams Koggeschip.

Voor die tijd werden vrouwen ondergebracht in zogenoemde Godswoninkjes, waar zij om niet woonden. Dit waren huisjes, in de loop der tijden door gegoeden geschonken en onder beheer van de Huiszittenmeesters gesteld. Zoals de Volderhuisje aan de Heiligenweg, van stadswege gebouwd voor de lakenvolders en in 1584 gekocht door Ytgen Willemsdr. (dochter van Willem Schepel) ter bewoning om Godswille ten eeuwigen dagen door schamele weduwen en arme eerlijke luyden, geschonken aan o.a. de Huiszittenmeesters.

Het hof was bestemd voor ± 100 oudere ongehuwde vrouwen en weduwen met kinderen, waarvan de meisjes tot hun 18e jaar en de jongens tot hun 19e jaar mochten blijven. In vroeger tijden genoten de bewoonsters behalve vrij wonen, een brood, wat kaas, zes stuivers per week en vijfentwintig ton turf per jaar. In 1870 ging het beheer over aan het burgerlijk armenbestuur. Toen dit in 1927 werd opgeheven kwam het onder leiding van de directeur van de gemeentelijke verzorgingstehuizen. In 1985 /1986 is het Karthuizerhof in het kader van de stadsvernieuwing, geheel gerenoveerd en zijn er 65 HAT eenheden in ontworpen. De woningen worden nu verhuurd door het in 1993 geprivatiseerde (voormalig Gemeentelijk) Woningbedrijf Amsterdam, dat sinds 2004 Ymere Wonen heet.

Suyckerhoff-hofje

indengracht 149-163

Bijzonderheden: Gevelsteen boven toegangspoort.

Beschrijving hofje:

Dit hofje voor protestantse bejaarde vrouwen en weduwen, werd op 4 januari 1667 bij testament gesticht door de gereformeerde Pieter Janszoon Suykerhoff. Het bevindt zich achter een diepe gang en is in een L-vorm gebouwd. De bewoonsters kregen tot de jaren veertig van de vorige eeuw, nog verstrekkingen in natura. Als protestants Godshuis genoot dit hofje sinds 1752 vrijdom van het betalen van de “gemene Landsmiddelen en van der Stede excyns op de Turf“. De bewoonsters waren verplicht elkaar de helpende hand te bieden in voorkomende gevallen.

Na een aantal restauraties aan het eind van de vorige eeuw, waarbij o.a. een gevelsteen is aangebracht die de juiste naam van de stichter vermeldt, bestaat het hofje nu uit 19 woningen, uitsluitend bedoeld voor vrouwen. Criteria zijn dat je op het hofje moet passen, elkaar moet kunnen verdragen en elkaar geen overlast bezorgt, niet veel meer dan normale bepalingen voor huurhuizen. De zorgzaamheid en saamhorigheid onder de bewoonsters is erg groot, maar tevens heerst er de sfeer van ´leven en laten leven´ een vorm van sociale controle in de positieve zin. Het hofje is eigendom van de Stichting De Drie Hofjes, (Suyckerhoff-hof, Hofje Venetiae en voorheen Everdina de Lanoyhof) die ook het beheer heeft.

Lindenhofje

Lindengracht 94-112

Gesticht in 1616 gebouwen van 1939.
Was bestemd voor: Doopsgezinde vrouwen, later RK oudere echtparen.
Huidige bestemming: Kinderhospitium.

Beschrijving Hofje:

De geschiedenis van het Lindenhofje gaat terug tot 1616 toen de Waterlandse Doopsgezinden erven kochten om ‘behoeftige weduwen’ ondersteuning te bieden. Het complex bestond oorspronkelijk uit twee dwarsvleugels met elk vijf huisjes en daartussen een bleekveld. Met daarvoor aan de gracht een poortgebouw met vier huurhuisjes. Toen het in 1801 herstel behoefde, werd het verkocht aan het R.C.O.A.K. waardoor het niet alleen een katholiek hofje werd, maar tevens bestemd werd voor oudere echtparen.

De opzet is in loop der tijd niet wezenlijk gewijzigd, de bebouwing wel. Na aankoop van de panden 94 en 96 verrees er in 1885-1886 in opdracht van het R.C.O.A.K. een nieuw complex op de Lindengracht ter breedte van zes huisjes, naar ontwerp van J.H. Coelewei. Langs de gracht heeft de gevel nu nog steeds zijn 19e eeuwse uiterlijk. Daarachter is wel veel veranderd, als gevolg van de omvangrijke verbouwing waar de bouwkundige L.C.D. van Hecke in 1939 voor tekende. Daarbij werden de twee zijvleugels aan de binnenplaats opnieuw opgetrokken in een eenvoudige, traditionele woonhuisvormgeving. De te huisvesten echtparen kregen de beschikking over een woonkamer, slaapkamer, keuken en (berg-)zolder. Door de plaatsing van de vertrekken aan de binnenplaats kon er voldoende licht binnenvallen. De gang liep achter de keuken en slaapkamer langs naar de woonkamer en kreeg indirect licht door drieruits bovenlichten. Ingebouwde kasten zorgden voor een zo efficiënt mogelijk gebruik van de ruimte. In 2004 heeft opnieuw een verbouwing plaats gevonden nadat het R.C.O.A.K. een huurovereenkomst had gesloten met het Leger Des Heils ten behoeve van een kinderhospitium.

Lees verder:
RCOAK: www.rcoak.nl
Leger des heils: www.legerdesheils.nl

Anna Maria Stichting

De Wittenstraat 73

Gesticht in 1894
Was bestemd voor: Alleenstaande vrouwen en echtparen.
Huidige bestemming: Normale huurwoningen.

Bijzonderheden: gedenksteen boven ingang.

Beschrijving hofje:

Dit van oorsprong Evangelisch Luthers hofje is door de gezusters Anna en Maria Insinger gesticht en draagt hun beider voornamen. Zij brachten het kapitaal bijeen voor de stichting van dit hofje en de Diaconie droeg bij in de exploitatiekosten. Het bestond uit 22 woningen, bestaande uit een kamer en een keukentje. Het bood vrij wonen aan 14 alleenstaande vrouwen en 8 echtparen.

Op 01-01-2001 is de stichting opgeheven, nadat het hofje was verkocht aan Woonmaatschappij Amsterdam, sinds 2008 Ymere. Alleen een gevelsteen boven de toegangsdeur herinnert nog aan dit voormalige hofje.