Nieuwe Keizersgracht 28-44
Gesticht in 1733
Was bestemd voor: 48 Lutherse vrouwen boven de 50 jaar.
Huidige bestemming: Studenten
De Amsterdamse koopman Cristoffel van Brants was van eenvoudige afkomst, maar heeft door zijn handel met Rusland rijkdom en aanzien verworven. Hij stond op goede voet met Csaar Peter de Grote, die eens bij hem in zijn huis op de Keizersgracht 317 heeft gelogeerd. Later werd Van Brants in de Russische adelstand verheven en vereerd met een adellijk wapen. Kort daarop in 1717 volgde zijn benoeming tot Resident van zijne Csaarse Majesteit in Amsterdam. Een deel van zijn vermogen bestemde hij voor een hofje, waarvoor hij een half jaar voor zijn dood, zelf de eerste steen heeft gelegd. Toen de stichting het jaar daarop in 1733 voltooid was, werd het overgedragen aan de Lutherse Kerk. Het hofje bestond uit 21 vertrekken voor twee dames en 6 vertrekken voor één dame. Daarnaast werd er een binnenvader en binnenmoeder aangesteld, dat een echtpaar moest zijn, die kwamen te wonen in het voorhuis. Naast vrije woning kregen de dames ook nog het nodige aan etenswaren en twee keer per jaar een bedrag in geld, voor kleding en andere levensbehoeften. Een ruime binnenplaats geeft toegang tot het woningen gelegen in de zijvleugels, daaronder bevindt zich een kelder. Het achterhuis geeft toegang tot een ruime tuin, in de jaren tachtig van de vorige eeuw aangelegd door Mien Ruys, met een tuinhuis. In het achterhuis bevindt zich de regentenkamer, die bij de restauratie in 1970 weer geheel in oorspronkelijke staat is gebracht. Bij diezelfde restauratie zijn ook de woningen verbouwd tot 15 éénkamerwoningen in de vleugels en nog 6 tweekamerwoningen. Een van de woningen is daarbij teruggebracht in de stijl van de tijd dat het hofje gebouwd werd, inclusief de twee bedsteden boven elkaar. In de tijd van Alings (1965) waren deze bedsteden al uitgebroken en woonden er nog 28 vrouwen. In de jaren ‘70 van de vorige eeuw ontstond leegstand en werd het hofje gedurende een jaar of tien opengesteld voor verpleegsters van het lutherse verpleeghuis Wittenberg. Toen er onder de verpleegsters steeds minder animo was om in een zusterhuis te wonen werd in 1984 een begin gemaakt aan het huisvesten van (aanvankelijk alleen vrouwelijke) studenten. Een wijziging in de statuten maakte het in 1986 ook mogelijk voor mannelijke studenten om hier te wonen. Bij het 275 jarig bestaan van het hofje in 2008, dat feestelijk gevierd werd met o.a. een open dag, kon worden geconstateerd dat dit nog steeds tot volle tevredenheid van het bestuur zowel als de studenten zo is. Er is nu zelfs een wachtlijst.