Eendracht Anslo

Overtoom 295

De Eendracht in 1933 met links het Diaconessehuis

Gesticht in 1789 gebouw van 1970
Was bestemd voor: Bejaarde vrouwen.
Huidige bestemming: Ouderen met een laag inkomen.

Beschrijving Hofje:

Eendracht-Anslo is gebouwd vlak naast de plaats waar vroeger het gesticht ‘De Eendracht’ lag en waaruit dit hofje is voortgekomen, het heeft echter wel hetzelfde huisnummer behouden. De andere helft van de naam verwijst naar de stichting van het vroegere Anslo´s hofje.* De beide stichtingen vormen samen de Stichting Eendracht Anslo die in 1970 dit nieuwe gebouw heeft neergezet, ontworpen door de befaamde architect Wegener-Sleeswijk. Het is gelegen aan de Overtoom, waarvan de woningen aan de achterzijde uitkijken over het Vondelpark. Tevens is er aan de achterzijde een ruime gemeenschappelijke tuin. De Eendracht moest eind jaren zestig van de vorige eeuw plaats maken voor de uitbreiding van het ernaast gelegen Diaconessenziekenhuis, inmiddels een Revalidatiecentrum. De eerste bewoonsters van Eendracht Anslo waren gepensioneerde verpleegkundigen van het Diaconessenziekenhuis. De oude dames kregen nog tot in 1996 eten van het revalidatiecentrum. In 2002 is het geheel gerenoveerd en aangepast aan de huidige woonnormen. Aan de straatkant zijn twee winkelpanden, waarvan de huuropbrengst ten goede komt aan het onderhoud van het hofje. Daarnaast bevinden zich op de begane grond  nog een keuken, een kantoor en de vroegere regentenkamer. Deze wordt door het huidige bestuur vrijwel niet meer gebruikt, maar wel door de bewoners om gezamenlijk te eten of om iets te vieren. Eendracht-Anslo is een instelling van algemeen nut die zich richt op het aanbieden van een vorm van beschermd wonen en het bieden van een sociale tweekamerwoning te gebruiken als eenpersoonswoning aan ouderen die zelfstandig kunnen wonen. Een aantal kleinere woningen zijn bestemd voor jongeren die bereid zijn om hand- en spandiensten te verlenen t.b.v. de oudere bewoners. Het bestuur beslist over de toewijzing.

Johanna Bontekoning, derde vrouw van de oorspronkelijke stichter van De Eendracht Jan  van Mekeren, heeft vlak voor haar dood in 1789 een Bestedelingenhuis** gesticht.

*zie bij Claes Claesz. Hofje

** Johanna Bontekoning heeft ook een bestedelingenhuis gesticht.

zie: Bestedelingenhuis Amstelrank 

Deutzenhofje

Prinsengracht 855-899 en Kerkstraat 190

Gesticht in 1694 /95
Was bestemd voor: Oude dienstboden en arme familieleden.
Huidige bestemming: Dames boven de 55 jaar.

Bijzonderheden: Gevelsteen kerkstraat 190

Agneta Deutz had tijdens haar leven al de nodige voorbereidingen getroffen voor de bouw van dit hofje, dat als een van de mooiste van Amsterdam wordt beschouwd. Zo had zij de grond hiervoor al aangekocht, de regenten benoemd en met meester timmerman Pieter Adolfse de Zeeuw, die het later zou bouwen, al besproken hoe het er uit moest zien. Ook had zij bepaald met welke meubels, schilderijen, glas- en zilverwerk, uit haar huis aan de Keizersgracht 121, de regentenkamer moest worden ingericht. Agneta Deutz werd in 1633 in Amsterdam geboren en in 1651 trouwde zij met Gerard Meerman, raad in de vroedschap van Delft. Na zijn overlijden trouwde zij met Mr. Zacharias van Beresteyn van Hofdijk, Heer van Middelharnis, burgemeester en raad der stad Delft. Na zijn dood in 1679 keerde zij terug naar Amsterdam om daar haar geboortehuis te betrekken. Een belangrijke reden hiervoor was dat zij ver weg wilde wonen van haar oudste zoon Jan Meerman en zijn vrouw, over wier beiden zij zeer verbitterd was. Al in 1680 maakt zij een testament waarin sprake is van een hofje en na het overlijden van haar tweede zoon, zouden er nog vele voornamelijk in concept volgen. Tot zij in 1691 haar definitieve testament ondertekent, waarin aan Jan Meerman slechts de legitieme portie, of wel een derde van haar vermogen wordt nagelaten. Het overige deel van haar vermogen moest worden aangewend voor de bouw en onderhoud van het hofje. Na haar overlijden in 1692 heeft het door de afwikkeling van haar erfenis, nog enige tijd geduurd voordat aan de bouw van het hofje kon worden begonnen. Maar in 1694 was het zover en in 1695 was het hofje klaar voor gebruik. Aan de gracht twee monumentale huizen, waarvan er een werd verhuurd, met in het midden de poortingang, alles onder een kap. Daarachter de huisjes bestaande uit een kamer, een zolder en een kelder. Naast vrij wonen kregen de bewoonsters een jaarlijkse uitkering en nog de nodige middelen in natura, zoals 40 manden turf, 2 kazen, 20 pond boter, 20 ponden rijst en 20 ponden kaarsen in het jaar. In de tijd van Alings (1965) hadden de 19 dames die er woonden, nog steeds vrije woning en licht, de overige extra middelen waren inmiddels afgeschaft.

In de jaren zestig van de vorige eeuw, heeft de stichting vier achter het hof gelegen huisje in de Kerkstraat aangekocht. Een van deze huizen Kerkstraat 190 is afgebroken en opnieuw gebouwd en behoort nog steeds tot het Deutzenhofje, aan de achterzijde verbonden door een binnentuin. De andere drie huisjes zijn na restauratie in 1990 overgedragen aan N.V. Stadsherstel Amsterdam. Deze liet in 2003 in het huis Kerkstraat 190 een gevelsteen aanbrengen bij het afscheid van een der commissarissen, tevens oud regent van het Deutsenhofje.

Dat er nog steeds veel animo voor dit hofje is, mag blijken uit de wachtlijst die er voor bestaat, ondanks dat de huisjes klein zijn. Criteria voor toewijzing zijn niet meer aan religie gebonden, belangrijk is dat iemand ‘past’ op het hofje. Een kennismakingsgesprek met een der regenten moet dit uitwijzen, waarna het bestuur beslist.

 

Corvershof

Nieuwe Herengracht 6-18

Gesticht in 1721
Was bestemd voor: Oudere Nederlands Hervormde echtparen.
Huidige bestemming: Protestantse Diaconie Amsterdam.

Beschrijving Hofje:

Dit hof is bij testament gesticht door mr. Joan Corver en zijn tweede vrouw Sara Maria Trip, de dochter van de toenmalig burgemeester. Zijn eerste vrouw Johanna Trip, een nichtje van Sara, was in het kraambed gestorven en hun dochtertje kort daarna. Joan Corver stierf in 1719, op 31 jarige leeftijd en Sara in 1721, slechts 27 jaar oud. Het echtpaar liet geen kinderen na. Een groot deel van hun vermogen werd bestemd voor de bouw van een hofje, waarbij de Diaconie der N.H. Gemeente als universeel erfgename werd aangewezen. De Diaconie beschikte over een stuk grond, achter het oude vrouwen- en mannenhuis aan de Amstel en daar werd het Corverhof gebouwd. In 1723 werd het Corvershof geopend, een monumentaal gebouw met in de voorgevel de wapens van de stichters, drie korven en drie trippen. Het bevatte 28 woningen voor gehuwden en 6 voor ongehuwden en daarnaast nog 5 pakkelders en zolders die werden verhuurd. Door een legaat van Anna Elisabeth Geelvinck, konden in 1757 op een der pakzolders drie woningen worden bijgebouwd. De stichting werd regelmatig bedacht door diverse leden uit de familie en niet alleen in giften. De heren hadden buitenverblijven en landerijen en schonken van tijd tot tijd vette ossen, varkens, hammen, kazen, boter, eieren etc. Tot in 1895 de laatste afstammeling van het geslacht Corver Hooft overleed, hebben de leden van dit geslacht altijd een nauw contact met de stichting onderhouden.
De turf- en graanzolder werd in 1924 tot woonverdieping ingericht en dit leverde weer 13 extra woningen op.
In 1928 zijn de woningen gerenoveerd en is in elke woning een klein keukentje aangebracht. Het aantal is teruggebracht tot 33 en sindsdien wonen er geen echtparen meer. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw woonden er studenten, voor ouderenhuisvesting was het niet langer geschikt. En in het begin van deze eeuw werd het nog slechts door enkele politiek vluchtelingen bewoond. Maar de regentenkamer die door lekkage in de jaren zeventig flinke waterschade had opgelopen, was inmiddels weer in de oude staat teruggebracht.
In het Corvershof is sinds 2006 al het kantoor van de Protestantse Diaconie Amsterdam gevestigd, en dit gaat een diaconaal verzamelgebouw worden. Ook de andere gebouwen op het Amselhofterrein, dat in zijn geheel eigendom is van de Diaconie, krijgen een nieuwe bestemming. In het gebouw Amstelrank gelegen naast het Corvershof, eens een Bestedelingenhuis, is de leefgroep Mission House gevestigd. De erachter gelegen Van Limmikstichting aan de Nieuwe Keizersgracht, wordt het kerkelijk bureau van de Protestantse Kerk van Amsterdam en De Schinkelkerk, en ook het daarnaast gelegen Magdalena Hodshonhof krijgt een diaconale bestemming. Tussen deze gebouwen in ligt de door Mien Ruys ontworpen uitgestrekte tuin.
Naast het Corvershof is sinds 2004 de eerste afdeling van het museum Hermitage Amsterdam gevestigd, dat in 2008 het gehele Amstelhof (vroeger oude vrouwen- en mannenhuis aan de Amstel) zal beslaan.

Claes Reiniersz. Hofje

Keizersgracht 334-346

Gesticht in 1618
Was bestemd voor: R.K. vrouwen
Huidige bestemming: Kantoor RCOAK en andere stichtingen.

Dit hofje ligt verscholen achter de huizen van de Keizersgracht en is te bereiken via een lange gang. Het is gesticht door Claes Reiniersz., en werd ook wel “Liefde is ´t Fondament” genoemd, naar het opschrift in een hardstenen lijst boven de toegangsdeur. Het was bestemd voor katholieke vrouwen, die een inleg moesten betalen, maar daarna vrij wonen hadden. Het hofje is in familiebeheer geweest tot 1866 en toen over gegaan naar het RCOAK. In 1912 is het hofje met de twee huizen aan de gracht, geheel herbouwd. Tot aan de jaren tachtig van de vorige eeuw hebben hier nog een aantal oudere dames gewoond, daarna was er geen belangstelling meer voor. De overige huisjes werden toen al verhuurd aan studenten. Ook het kantoor van het RCOAK had hier zijn intrek genomen, nadat het oude kantoor iets verderop aan de gracht in 1982 was verkocht. Begin deze eeuw is het hofje geheel gerenoveerd en is de tuin (ontworpen door de tuin- en landschapsarchitect Arend Jan van der Horst) opnieuw aangelegd. Naast het kantoor van het RCOAK vinden ook een aantal andere stichtingen, die zich inzetten voor de kwaliteit van leven van de Amsterdamse ouderen, hier onderdak.

 

Catharinahofje

Overtoom 224

Gesticht in 1889 gebouw van 1906
Was bestemd voor: Vrouwen.
Huidige bestemming: Studerende vrouwen.

Bijzonderheden: tegeltableau in de poort met de tekst Soli Deo Gloria anno 1906.

Al tijdens hun leven hebben Gerrit Fikkert Jansz. en zijn zuster Alida Catharina Margaretha Fikkert dit hofje gesticht. Oorspronkelijk bestond het uit vier huisjes, gelegen achter de woonhuizen van de Egelantiersgracht. De toegang was een smalle gang, te bereiken onder de trap van de nummers 201/203 en 213/215 ook wel de Vierhuizengang genoemd. Deze naam was ontleend aan de vier identieke huizen aan de gracht. In 1906 verrees aan de toen net gedempte Overtoom het huidige Catharinahofje en kreeg een van de voornamen van de stichteres. Alida Fikkert die de erfgenaam van haar broer was, heeft de opening nog meegemaakt, een jaar later is ook zij overleden. Daarna is het hofje overgegaan in de nog steeds bestaande Stichting Het Catrarinahofje. Het bood vrij wonen aan elf vrouwen, aan wie tevens een uitkering werd verstrekt. Boven de poortingang bevond zich de regentenkamer, waar in vroeger jaren de regentes woonde, en van daaruit een goed zicht had op de bewoonsters. Bij de verbouwing in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, is de regentenkamer omgebouwd tot extra woonruimte. De huisjes bevinden zich links achter het poortgebouw en daar tegenover is de tuin. Rechts van het poortgebouw is een huisje voor een beheerdersechtpaar. Een bijzonderheid zijn de beerputten die nog steeds bestaan en eens per jaar moeten worden geleegd. In de gang naar de vroegere regentenkamer hangen daarvan nog de ingelijste tekeningen. Het hofje biedt nu plaats aan tien studerende vrouwen, die gewoon huur betalen, en een beheerster die er met haar gezin woont.

Van Brants Rus Hofje

Nieuwe Keizersgracht 28-44

Gesticht in 1733
Was bestemd voor: 48 Lutherse vrouwen boven de 50 jaar.
Huidige bestemming: Studenten

De Amsterdamse koopman Cristoffel van Brants was van eenvoudige afkomst, maar heeft door zijn handel met Rusland rijkdom en aanzien verworven. Hij stond op goede voet met Csaar Peter de Grote, die eens bij hem in zijn huis op de Keizersgracht 317  heeft gelogeerd. Later werd Van Brants in de Russische adelstand verheven en vereerd met een adellijk wapen. Kort daarop in 1717 volgde zijn benoeming tot Resident van zijne Csaarse Majesteit in Amsterdam. Een deel van zijn vermogen bestemde hij voor een hofje, waarvoor hij een half jaar voor zijn dood, zelf de eerste steen heeft gelegd. Toen de stichting het jaar daarop in 1733 voltooid was, werd het overgedragen aan de Lutherse Kerk. Het hofje bestond uit 21 vertrekken voor twee dames en 6 vertrekken voor één dame. Daarnaast werd er een binnenvader en binnenmoeder aangesteld, dat een echtpaar moest zijn, die kwamen te wonen in het voorhuis. Naast vrije woning kregen de dames ook nog het nodige aan etenswaren en twee keer per jaar een bedrag in geld, voor kleding en andere levensbehoeften. Een ruime binnenplaats geeft toegang tot het woningen gelegen in de zijvleugels, daaronder bevindt zich een kelder. Het achterhuis geeft toegang tot een ruime tuin, in de jaren tachtig van de vorige eeuw aangelegd door Mien Ruys, met een tuinhuis. In het achterhuis bevindt zich de regentenkamer, die bij de restauratie in 1970 weer geheel in oorspronkelijke staat is gebracht. Bij diezelfde restauratie zijn ook de woningen verbouwd tot 15 éénkamerwoningen in de vleugels en nog 6 tweekamerwoningen. Een van de woningen is daarbij teruggebracht in de stijl van de tijd dat het hofje gebouwd werd, inclusief de twee bedsteden boven elkaar. In de tijd van Alings (1965) waren deze bedsteden al uitgebroken en woonden er nog 28 vrouwen. In de jaren ‘70 van de vorige eeuw ontstond leegstand en werd het hofje gedurende een jaar of tien opengesteld voor verpleegsters van het lutherse verpleeghuis Wittenberg. Toen er onder de verpleegsters steeds minder animo was om in een zusterhuis te wonen werd in 1984 een begin gemaakt aan het huisvesten van (aanvankelijk alleen vrouwelijke) studenten. Een wijziging in de statuten maakte het in 1986 ook mogelijk voor mannelijke studenten om hier te wonen. Bij het 275 jarig bestaan van het hofje in 2008, dat feestelijk gevierd werd met o.a. een open dag, kon worden geconstateerd dat dit nog steeds tot volle tevredenheid van het bestuur zowel als de studenten zo is. Er is nu zelfs een wachtlijst.

Anna Maria Stichting

De Wittenstraat 73

Gesticht in 1894
Was bestemd voor: Alleenstaande vrouwen en echtparen.
Huidige bestemming: Normale huurwoningen.

Bijzonderheden: gedenksteen boven ingang.

Beschrijving hofje:

Dit van oorsprong Evangelisch Luthers hofje is door de gezusters Anna en Maria Insinger gesticht en draagt hun beider voornamen. Zij brachten het kapitaal bijeen voor de stichting van dit hofje en de Diaconie droeg bij in de exploitatiekosten. Het bestond uit 22 woningen, bestaande uit een kamer en een keukentje. Het bood vrij wonen aan 14 alleenstaande vrouwen en 8 echtparen.

Op 01-01-2001 is de stichting opgeheven, nadat het hofje was verkocht aan Woonmaatschappij Amsterdam, sinds 2008 Ymere. Alleen een gevelsteen boven de toegangsdeur herinnert nog aan dit voormalige hofje.