Eerste Weteringdwarsstraat 83-95
Gesticht in 1842
Was bestemd voor: Oude dienstboden uit de familie.
Huidige bestemming: Vrouwen.
Bijzonderheden: gedenksteen met de tekst:
Isabella de Windt oud negen jaar Isabella Dedel echtelieden
Heeft van dit door hen gestichte hofje
Den eerste steen gelegd
Op den 25 maart MDCCCXLII
Petekind van Izaak Hodshon en
Beschrijving hofje:
De eerste steen voor dit hofje is gelegd door Isabella de Windt, het petekind van de stichters. Zij was een achternichtje van Isabella Dedel, de kleindochter van haar broer Pieter Samuel Dedel. Isabella Dedel (1778-1865) een dochter van de in 1787 afgezette burgemeester, was van 1818-1825 regentes van het Aalmoezeniersweeshuis. Zij trouwde in 1798 met Isaac Hodshon (1772-1855) en dit huwelijk bleef kinderloos, wat mogelijk de reden is geweest tot het stichten van een hofje.
Het is in wezen een voortzetting van een hofje in de Passeerdersstraat, ‘aan het einde van de Prinsengang’, vermeldt Alings (1965). In 1807 kocht Isaac Hodshon het zogenoemde Blokshofje, dat zijn naam al van voor 1730 ontleende aan de leerlooier Jan Blok. Het bestond uit 18 woningen en drie huizen daarnaast. Door de uitbreiding van een naastgelegen fabriek, kon dit hofje niet langer aan zijn doel beantwoorden en werd een nieuw hofje gebouwd, nu wel onder de naam van de stichters. Het bestond uit twintig woningen voor even zovele hulpbehoevende oude vrouwen, bij voorkeur dienstboden uit de familie. Daarnaast was er een ruimere woning voor een echtpaar, aan wie het toezicht op het hofje werd opgedragen. In de tijd van Alings (1965) woonden er nog 21 dames die vrij wonen genoten. De toiletten die vroeger buiten waren bevonden zich nu binnenshuis, de bedsteden waren uitgebroken en de gootstenen op de portalen waren vervangen door vaste wastafels.
In 1980 is het hofje verkocht aan Stadsherstel Amsterdam N.V. die het in 1985 renoveerde. Bij deze renovatie werd het aantal woningen teruggebracht tot tien, waardoor iedere bewoonster nu beschikt over twee kamers en een eetkeuken. De slaapkamers bevinden zich op de vroegere zolder, wat voor de oudere dames, met name die beneden wonen, nog wel eens een probleem kan zijn. Albertina Dedel maakt hierop een uitzondering als enige jonge bewoonster. Zij had gereageerd op een advertentie toen zij woonruimte zocht in Amsterdam en is bij toeval ‘in de prijzen gevallen’. Want voorrang als een verre nazaat van de stichtster had zij niet.
Op de binnenplaats staat een oude pomp met lantaarn, gedragen door vier dolfijnen. Daar bevinden zich ook nog de vroegere buiten toiletten. Naast de deur achter de pomp is de gedenksteen ingemetseld.